COLUMN: Papa-Kazan

Foto: Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs

Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.

Papa-Kazan

‘Ja, ja, Papa kan níet heksen.‘ is een uitdrukking die me nogal eens ontvalt. Bijvoorbeeld wanneer er van me verwacht wordt dat ik op een en hetzelfde moment een pamper moet verwisselen, een potlood aan moet punten, drinken moet pakken, helpen met de schoenen én de deurbel gaat. Situaties die zich vaker voordoen dan je statistisch zou mogen verwachten.

Heksen kan papa misschien niet, maar hij kan wel een beetje toveren. Nou ja. Papa kan kleutertoveren. Ik mag graag kijken naar Youtube-filmpjes waarin kaarttrucjes uitgelegd worden. Half-half met als doel er mezelf een paar eigen te maken. Vandeweek kocht ik een vers spel kaarten, om te oefenen. En er is geen beter try-out publiek dan twee kleuters.

Het meest lepe trucje leerde ik ooit van m’n opa. Ik laat Lizzy een kaart kiezen, goed kijken, onthouden en dan onderop terug stoppen. ,,Kom hier”, zegt ik. ,,Dan fluister ik het in je oor.” Terwijl ze zich tegen me aandrukt, hou ik de stapel kaarten simpelweg achter haar hoofd en werp ik een blik op de onderste kaart. ,,Het was…. (spanningsopbouw)… de 4 met hartjes.”

Ik geloof meteen dat Hans Klok geniet wanneer hij in Las Vegas met wapperende haren het applaus in ontvangst neemt als hij net vastgeketend, ondersteboven en geblinddoekt  uit een vliegende, brandende kist is ontsnapt. Maar ik geloof nooit dat een zaal vol flabbergasted Amerikanen méér voldoening kan geven dan de grote ogen van je dochter die je verbluft en vol ongeloof aanstaren. ,,Hoe dóe jij dat”,  wil Lizzy weten. Ze wéét dat ik haar voor de gek hou, maar heeft geen idee hoe.

Een tweede truc leerde ik ook al decennia geleden. De truc met de vier koningen bestaat eruit dat ik alle vier de koningen laat zien. Ik leg ze met de achterkant naar boven op de rest van de kaarten en steek ze één voor één ergens in het midden van de stapel. Behalve de vierde. Die draai ik om en ik laat zien dat deze achter is gebleven. ,,En nou is de koning verdrietig”, leg ik uit. ,,En hij wil zijn vriendjes graag terugzien.” Ik klop een paar keer op de kaarten en zeg: ,,Koningen, komen jullie naar boven!” Ik blaas nog eens op de kaarten: et voilà. Alle vier de heren liggen bovenop. Mijn publiek is dolenthousiast. Lizzy wil het meteen ook een keer proberen. In uiterste concentratie pakt ze de kaarten. Stopt drie heren halverwege in de stapel, roept, klopt en blaast. En… is hoogst verbaasd dat het niet gelukt is. En dat terwijl ze alles precies zo gedaan heeft zoals ze het mij zag doen. Wat ze uiteraard niet zag is dat achter de vierde koning drie willekeurige kaarten zaten. Laura denkt wel te weten hoe het moet en kijkt al even beteuterd wanneer het ook haar niet lukt.

Als laatste probeer ik iets uit wat ik in een van de Youtube-filmpjes voorbij zag komen. In het kort: ik laat een kaart pakken. Deze gaat bovenop de stapel en ik steek de kaart ergens halverwege in het pak. Als ik vervolgens de kaarten omdraai en uitspreid, zit alleen hún kaart omgekeerd  in het pak. Het foefje hier uitleggen is wat lastig maar in de tutorial hebben ze het over een ‘pinky-break’ en een ‘double-lift’. Echt een truc uit categorie 1.0, heel basic allemaal.

Deze papa-Kazan gooit er echter wederom hoge ogen mee. Na twee keer beginnen Lizzy’s ogen ineens te twinkelen: ,,Ik wéét hoe jij het doet”, zegt ze overtuigd. ,,Oja?” vraag ik. Ze knikt heel gedecideerd. Eindelijk heeft ze een truc uitgevogeld. ,,Je hebt stiekem op de kaarten geblazen!”

Tekst: Martijn Schraven|
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen