COLUMN: Voorleestijd

Foto: Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs

Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.

Voorleestijd

Voorleestijd. Lizzy en Laura hebben inmiddels een klein kastje vol boeken. Beurtelings mag er een boek gekozen worden. Als ik mag kiezen, ga ik voor ‘De Kleine Nicolaas’. Lizzy kiest vaak voor De Zoete Zusjes en Laura neigt naar Ssst Tijger slaapt en Dokter Kwak. Maar wanneer er nieuwe boekjes zijn, dan staan deze met stip op één. De laatste week is dat Borre.

Borre is het best te omschrijven als de onzalige liefdesbaby van 7up-mascotte Fido Dido en een kat. De verhaaltjes missen elke vorm van realiteit. Denk aan een mol die per ongeluk een meer leeg laat lopen of gedoe rond een trouwring van een schildpad die trouwde met een kangoeroe. Ik heb een jaar aan de PABO gestudeerd en de vakdocent voorlezen-vertellen aldaar gruwde van sprookjes en andere verhalen die al te ver van de werkelijke beleefwereld van het kind af staan. Liever Annie M.G. dan Grimm, zeg maar. Ik vermoed dat deze docent niet geraadpleegd is alvorens het besluit te nemen om de boekjes van Borre landelijk via de scholen aan kinderen uit te reiken. In de eerste week van het nieuwe schooljaar kregen we twee nieuwe Borre boekjes.

Nou zitten deze boekjes zo in elkaar dat ze, zo lees ik in de begeleidende ouderbrief, perfect aansluiten bij de leesontwikkeling van het kind. Dit is in de boekjes terug te zien in de vorm van een letter die onder aan elke pagina staat. Het biedt de ouder/opvoeder een handvat om een extra dimensie toe te voegen aan het voorlezen.

Om en om mogen Lizzy en Laura eerst zeggen welke letter ze denken te zien en daarna vraag ik ze om een paar woorden te bedenken die met deze letter beginnen. Lizzy kent al aardig wat letters. Voor Laura blijft het vooral een kwestie van gokken. Ze is aan de beurt bij de letter P. Nadat ze eerst ‘M’ ‘S’ en ‘R’ heeft gegokt kan Lizzy zich niet meer inhouden en zegt ze het voor. Laura is boos, want ze is er van overtuigd dat ze het uiteindelijk wel zou weten, maar dat kap ik af. We gaan door met deel twee: woordjes met een P. Voor haar, bezig aan de tweede week van groep 1, is dit nog steeds een lastige. Terwijl Lizzy bijna ontploft van ingehouden drang om P-woordjes te benoemen, help ik Laura. ,,Wie is de liefste van de hele wereld?” zeg ik, terwijl ik op mezelf wijs. ,,Papa!” klinkt het overtuigd. ,,Heel goed. Papa begint met een P. En wat is het vieste van de hele wereld?”, ga ik verder. Ze kijkt, denkt en komt met het woordje waar ik op doelde. ,,Poep”. En omdat we nu toch in die hoek zitten: ,,En wat is er nog meer vies op de wc?” ,,Plas!” We zijn lekker op dreef. Geen betere manier om kleuters van 4 en (bijna) 6 bij de les te krijgen dan poep & pies. Ik besluit nog een stapje verder te gaan. ,,Ik ken nóg een vies woord met een P”, zegt ik samenzweerderig. ,,Wat dan?” wil Lizzy weten. Ik bouw de spanning nog twee seconden op en zeg iets zachter: ,,Piemel”. Lizzy gaat door het dák. Laura moet lachen. Dat ik zó’n woord – wat we overigens gewoon gebruiken als we het over Leons gevalletje hebben – durf te gebruiken voor dit spelletje…  Ik besluit dat het nu mooi genoeg is en ik breng de rust wat terug door nog een paar minder beladen woorden te noemen. Paard, Panda, Pen. Hierna ga ik verder in het verhaaltje. Borre belooft de schildpad te gaan helpen zoeken naar diens verloren ring. Laura luistert aandachtig, nieuwsgierig of de verloren ring ooit nog terugkomt. Uit mijn ooghoeken zie ik dat Lizzy minder bij het verhaal betrokken is. Ze is ergens op aan het broeden, duidelijk. Na een minuutje of drie, ik wil het boekje dicht gaan slaan en de spanning rondom de huwelijksperikelen tussen een kangoeroe en een schildpad nog een nachtje opbouwen, veert Lizzy op. ,,Ik weet nóg een vies woord met een P”, roept ze enthousiast. ,,O ja”, vraag ik benieuwd. ,,WC-papier met Poep!.” ,,Tja”, geef ik toe, ,,dat is inderdaad een héél vies woord.”

Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen