Kunstenares Debbie Nijland zet werk in de spotlight

Kunstenares Debbie Nijland zet deze week het meer dan ooit actuele werk “INSANITY OF HUMANITY” in de schijnwerpers. Het werk is fors van formaat 180 x 300 cm, olieverf op linnen doek, aluminium spieraam. En te koop! In dit artikel vertelt Debbie Nijland er meer over.

In 2016 bestond de IKO Kunstacademie 50 jaar. Ik was vereerd dat ik gevraagd werd als oud student om met een aantal andere afgestudeerden en studenten een beeldende ode te brengen aan de oprichters van de academie van weleer. Ik zou een ode brengen aan docent en schilder Jos Adams. Zijn werk was een uitgangspunt voor mijn beeldende antwoord. Een moeder met kind. Verwijzend naar een Piëta? Het riep bij mij deze associatie op. Toch vond ik dat een te makkelijke weg. Moeder, kind, moeder kind moeder kind, speelde weken als een mantra door mijn hoofd. Tientallen boeken, tijdschriften heb ik er op nageslagen. Google geraadpleegd en naar beeldfragmenten  gezocht dat recht deed aan het werk van Jos Adams en waarbij ik dicht bij mezelf kon blijven.

De man met kind greep mij als beeld aan. De wereld was naar mijn mening in 2016 al “van God los” met al haar oorlogen en misstanden. Ik wilde de waanzin als antwoord geven op één van de intiemste beelden die voor mij denkbaar is. Moeder met kind. Zo wreed verscheurd in deze krankzinnige wereld. Aan de slag: mijn held en inspirator de Spaanse schilder Francisco Goya (1746-1828) zou me door mijn zoektocht naar beelden en zeggingskracht er doorheen slepen. Ook keek ik naar James Ensor. De Belgische schilder (1860-1949) ondermeer van zijn figuren met maskers. Wat zat er achter die veelal gruwelijke koppen verscholen? Wat wilde ik verhullen? Of juist benadrukken? Wat hadden zij in de basis met mijn uitgangspunt te maken. Moeder en kind. Hoe ging ik deze twee werelden koppelen?

Een eindeloze reeks schetsen brachten me langzaam het antwoord. De waanzin van de menselijkheid. Iedereen heeft ooit de moederschoot ervaren. In de basis een veilige geborgen plek. Hoe kortstondig of getormenteerd dan ook. Mijn schetsen ben ik gaan componeren tot een collage. Uiteindelijk had ik een voor mij een evenwichtig beeld samengesteld.

Aan de slag! Al snel kwam ik erachter dat de waanzin groter was dan mijn doek. Ondanks dat ik zorgvuldig de compositie en maatvoering vooraf had berekend. De hoofdfiguur moest ruimte krijgen, veel meer ruimte. Ik wilde het verdriet uit het doek storten. De overige figuratie moest ook niet met elkaar in het gedrang komen . Ieder had recht op zijn/haar eigen verbeelding en waanzin. De waanzin van de menselijkheid, de wegkijkers,  moest megalomaan worden. Dus 180 x 300 cm. Maar ja, twijfel sloeg toe. Kan ik dat verkopen aan de organisatoren van de expositie? Beetje asociaal om zoveel ruimte in te nemen. Iedereen had toch recht op zijn/haar stukkie muur.

Eerst mijn oud docent maar contacten. Hij was wel wat gewend van mij qua formaat doeken. Zijn verlossende woorden klonken hemels. “Als het groot moet, moet het groot”. Ja, dit moest groot. 1000 x dank!

Er ontstond een ander kleurpalet. Vlammend, vurig en overweldigend. Ik vond het één van mijn fijnste doeken om aan te werken. Laag na laag na laag. Ik wilde middels mijn verf en beelden afrekenen met deze gruwelijke wereld waarin de mensheid veelal wegkijkt voor ellende, oorlog, honger, misbruik, machtswellustelingen, racisme en welke vorm van onderdrukking dan ook. Onderwerpen die mij na aan het hart liggen.

Tsja en dan is je doek 90% klaar. Met nog wat fine tunen op de academie onder begeleiding van mijn oud docent Benjamin Demeijere (waarvan ik dus groot mocht werken) heeft dit werk een fijne plek gekregen op de expositie van de kunstacademie. Jos Adams, ik heb je nooit gekend maar postuum een groot dank je wel dat jouw werk, mij,  mijn Insanity of Humanity heeft gegeven.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen