Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral
papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.
Zen in het zwembad
,,Mammááá, ik heb een diploma!”, stormt Lizzy voor me uit de kamer in. We komen net terug van het zwembad. En nee, haar ‘diploma’ is helaas nog niet haar zwemdiploma A. Verre van, zou ik willen zeggen. Het is de ‘spettersticker’ die ze kreeg na afloop van haar eerste zwemles. Vanwege de coronasluiting wat later dan gepland, maar niet minder spannend.
Om tien voor half negen staan we samen in de rij voor het zwembad. Omdat het haar eerste keer is moet er een pasje aangemaakt worden en mag papa de portemonnee trekken voor de eerste dertien lessen. Honderdvijfenzeventig euro verdwijnt van mijn pasje alsof het niks is. Daar staat tegenover dat er voor elk zwemmertje een heuse schatkist klaarstaat met daarin een ‘paspoort’. Hierin komen de stickers die verdiend kunnen worden met deelsuccessen. Ook krijgt ze een eigen zwemvestje aangemeten.
Ik kan me mijn eigen allereerste zwemles niet meer voor de geest halen. Ik weet wel vrij zeker dat we geen schatkist kregen. En ook geen zwemvest. Ik herinner me de lintjes in de kleuren geel, blauw en rood, die aangaven hoe ver je al wel niet was op weg naar zwemdiploma A. Blijven drijven deden we volgens mij door zwemgordels en met behulp van plastic plankjes.
Het grote bad is in vier vlakken verdeeld. Lizzy’s groepje bestaat uit zeven
kinderen en een juf. Mijn angst dat ze watervrees heeft, blijkt ongegrond. Als de zwemjuf de opdracht geeft in het water te springen, springt ze zo dat ze zeker weet dat de juf haar zal vangen, maar ze springt wel. Niet zo overtuigend als het roodharige meisje, maar ook niet zo verkrampt als het jochie met de blauwe zwembroek die zich meer van de kant laat glijden dan vallen. Voor de helft van de groep is dit de eerste les. Voor de andere helft de tweede of derde les. De focus ligt duidelijk op het bekend worden met het water. Erin springen, een stukje trappelen, uit het water klimmen. Er zijn schuimrubberen slurven in diverse kleuren die kennelijk de plankjes vervangen hebben en er is een rond vlot waar vanaf gedoken kan worden. Lizzy is fanatiek leergierig. Hoewel ik duidelijk zie dat ze geen heldje is wanneer ze kopje onder gaat, klimt ze dapper uit bad en staat ze als eerste weer met haar snufferd vooraan om opnieuw te water te springen. Lizzy straalt en ik geniet. Ik geniet van het plezier dat ik haar zie hebben en tegelijkertijd van de bezigheid an sich, gewoon even helemaal niks moeten.
Zaterdagen zijn voor mij werkdagen. Vanwege een paar nieuwsbrieven die ik samenstel, beginnen deze dagen om zes uur ’s ochtends. In de middag heb ik meestal twee of drie afspraken buiten de deur staan. Zo’n uurtje langs de waterkant is dan even een stukje zen. Gratis en voor niks en zonder krom te hoeven liggen als gedraaide hagedis of neerwaartse hond op een yogamatje. Alhoewel, zo realiseer ik me op de terugweg, 175 euro voor 13 lessen. Keer vier blokken die gemiddeld nodig zijn voor het A diploma, gevolgd door nog eens twee blokken voor respectievelijk diploma B en C. Tegen de tijd dat Lizzy haar eerste diploma heeft, kan Laura beginnen met lessen. En als zij zo’n beetje bij B is, zal de tweeling mogen. Even snel doortellend, kom ik uit op zwemdiploma C voor de tweeling ergens begin 2026. En als de tarieven het komende halve decennium niet omhoog gaan, dan is dat dus 4 keer 6 keer een dertienrittenkaart. Zo’n 4.200 euro schoon aan de zwemhaak. Ik hoop maar dat ik het alle zaterdagochtenden net zo leuk blijf vinden als vandaag.
Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Pix4Profs / Jules Calis