COLUMN: Speeldate

Foto:

Martijn Schraven (1978) is freelance journalist, tekstschrijver, lezer en liefhebber van muziek die al lang niet meer gemaakt wordt. Maar eerst en vooral papa. Thuispapa, om precies te zijn. Dat léék ooit een heel logische keuze. Met regelmaat geeft hij middels zijn columns een inkijkje in zijn dagelijkse beslommeringen.

Toen ik klein was, woonden we op twee steenworpen afstand van school. De nieuwbouwwijk waar ik opgroeide was gevuld met kinderen. Er was altijd wat te spelen. Ward, Wendy, Marijke, Roy, hun broertjes en zusjes. Altijd wat te doen. De afstand die ik tegenwoordig met mijn kinderen af moet leggen naar school is een twintigtal steenworpen. En dan moet je goed ver kunnen gooien. We wonen ook niet in een fraai autoluw erfje, maar aan een net te drukke weg. ‘Mag ik vandaag afspreken’, is zo’n beetje de standaardvraag wanneer de meiden de klas uit komen. Eerlijkheid gebiedt me hierbij te zeggen dat ik liever heb dat de meiden uitspelen dan thuis. Het is al vrij druk bij ons en we hebben pas na de verbouwing van volgend jaar plek voor een speelkamer.

Maar vooruit. Vandaag mag het. Thomas, de grote vriend van Laura komt bij ons, Lizzy speelt elders. Omdat ik Lizzy straks toch op moet halen, bied ik de mama van Thomas aan hem straks even thuis af te zetten. Thomas en Laura spelen uitstekend samen, en na een uurtje of twee zit de speeldate erop. Ik breng Thomas naar z’n moeder en rij door om Lizzy op te pikken.

Bij het tweede adres ziet de vader van Teun me al aankomen. Hij kijkt me verbaasd aan wanneer hij de deur openmaakt. Ik ga er vanuit dat Lizzy en zijn zoontje ergens aan het spelen zijn en hij even niet precies weet op welk veldje dat is. ,,Als we ze niet vinden, laat ik haar gewoon hier logeren tot maandag”, grap ik flauw. Ik ben me toch zó’n grappenmaker. Maar de vader kijkt me in alle ernst aan. ,,Lizzy is echt niet hier”, zegt hij. Dit zinnetje veegt in een keer de glimlach van mijn gezicht. Ik heb een black-out zoals ik me die herinner van de Franse les bij mevrouw Hoes in de brugklas. Alsof ik naar tentamenopgaven kijk vol woorden die me vaag iets zeggen, maar waarvan de betekenis me op geen enkele manier te binnen schiet. Dat gevoel. Met dat verschil dat ik me nu niet probeer te herinneren of voiture mannelijk of vrouwelijk is, maar dat ik me nu afvraag aan wie ik in ’s hemelsnaam mijn zesjarige dochter heb meegegeven. In mijn gedachte probeer ik het beeld van twee uur geleden terug te halen. Mijn geheugen afgravend naar het gezicht van de papa of mama die toezei dat Lizzy wel mocht komen spelen. Zonder resultaat. Ik pijnig mijn hersenen om het exacte moment terug te halen waarop Lizzy deze middag vroeg ‘mag ik bij …. spelen’. Niets. Nada. Had ik in de klas van mevrouw Hoes nog vijftig procent kans om goed te gokken, nu zijn er meer dan twintig potentiële antwoorden. En omdat we aan het begin zitten van een nieuw schooljaar, ken ik de helft van de klas nog niet. Ik begin het onderhand Spaans benauwd te krijgen en overweeg mijn opties. Moet ik een bericht plaatsen in de klasse-app? Nogal gênant, aan alle ouders van de klas aangeven dat ik m’n kind kwijt ben. Als ze nou een jaar of tien zou zijn, en zelf op pad gaat, dan is het rondsturen van een appje met de vraag ‘zijn ze bij jullie’, niet zo heel erg raar. Maar toe moeten geven dat ik een kleutertje kwijt ben, is vers twee. Ik twijfel zelf al vaak genoeg of ik überhaupt wel geschikt ben als ouder/opvoeder. Ik vind het weinig aanlokkelijk om die twijfel ook te zaaien bij al die mensen die ik dagelijks tegenkom aan de schoolpoort. Niets, niets, niets komt er bij me boven. Ja, dat het la voiture is, vrouwelijk. Maar geen gezicht, geen naam en geen aanknopingspunt over de speeldate van Lizzy. Ik voel me aangekeken door de papa van Teun. ,,Komt goed”, zeg ik meer vertrouwen veinzend dan dat ik daadwerkelijk heb. Op dat moment treft het me: er was een reden waarom ik aanbood Thomas thuis af te zetten. Het lag bijna op de route, realiseer ik me. KARLIJN ! Dat was het. Ze woont letterlijk om de hoek bij Teun. Twintig seconden later vliegt mijn oogappeltje me om de armen. ,,Lekker gespeeld?”, vraag ik.

Tekst: Martijn Schraven
Illustratie: Jules Calis / Pix4Profs

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen